Tijd voor transparantie over Nederlandse militaire acties en geweld tegen burgers

9 april 2020

PAX roept de Nederlandse overheid en het Ministerie van Defensie op om zich in te zetten voor bescherming van burgers wereldwijd. Daarvoor moeten beleid en praktijk aangepast worden aan de ambitie van Nederland om een voorloper te zijn op het gebied van bescherming van burgers. Ook moet er volledige en transparante communicatie zijn over Nederlandse militaire acties en de gevolgen van het gebruik van geweld tegen burgers.

PAX doet deze oproep nadat minister van Defensie Ank Bijleveld, eind maart toegaf dat haar ministerie al in 2017 wist dat er zeventig burgers waren omgekomen als gevolg van Nederlandse luchtaanvallen op de Irakese stad Hawija, deze maand precies vijf jaar geleden. Met deze bekentenis ontkrachtte ze eerdere verklaringen waarin gemeld werd dat het ministerie pas veel later dan 2017 op de hoogte was. Projectleider van PAX Wilbert van der Zeijden: “Het lijkt er opnieuw op dat het ministerie pas informatie verstrekt als het daartoe gedwongen wordt door het parlement, de media of maatschappelijke organisaties. Op alle andere onderwerpen hanteert Nederland als open en democratisch land hoge standaarden als het gaat om transparantie en verantwoordelijkheid. Op dit onderwerp kunnen en moeten we beter.”

Jarenlange stilte

In oktober 2019 brachten Nederlandse media het nieuws dat er een luchtaanval van Nederlandse troepen op een vermeende Isis-bomfabriek in Hawija in 2015, enorme secundaire explosies veroorzaakten waarbij zeventig burgers gedood werden en nog veel meer gewond raakten. Organisaties als Airwars, die burgerslachtoffers in kaart brengen, stelden al snel vragen over mogelijke Nederlandse betrokkenheid bij de luchtaanval, maar de regering en het Ministerie van Defensie onthielden zich van ieder commentaar op beschuldigingen dat de Nederlandse militaire actie in Irak tot burgerslachtoffers had geleid.

Toen die stilte eind 2019 onhoudbaar werd verklaarde Bijleveld, dat het Ministerie van Defensie niet op de hoogte was van de precieze gevolgen van de Nederlandse luchtaanval in Hawija, omdat de Amerikaanse coalitiepartner niet in staat was geweest om het precieze aantal burgerslachtoffers vast te stellen. Niet lang daarna, op 24 maart 2020, moest de minister haar verklaring intrekken: In een brief aan de Tweede Kamer geeft minister Bijleveld nu toe dat het Amerikaanse Central Command al in 2017 een betrouwbare schatting gaf van het aantal burgerslachtoffers, en deze cijfers zelfs al in het oorspronkelijke rapport in 2015 had opgenomen. Dit is een saillant detail want het Nederlandse Ministerie van Defensie gebruikt deze rapporten en cijfers als een van hun belangrijkste informatiebronnen.

Belemmering van parlementair en publiek toezicht

Van der Zeijden: “Dit nieuws past in een patroon waarbij de Nederlandse overheid cruciale informatie over Nederlandse militaire acties en de gevolgen daarvan voor burgers achterhoudt. Daarmee  ontneem je slachtoffers de mogelijkheid om antwoorden, hulp en eventueel een schadevergoeding te zoeken. Tegelijkertijd heeft het jarenlang het parlementaire en publieke toezicht gefrustreerd op militaire beslissingen en operaties. Zorgwekkend is dat dit gebrek aan transparantie diepgeworteld lijkt te zijn in de organisatiecultuur van het ministerie en de weerstand tegen verandering voedt, ondanks de verklaarde intentie om ‘het beter te doen’.”

Goed voorbeeld doet hopelijk goed volgen

De Nederlandse regering heeft zich de afgelopen jaren verzet tegen de roep om betere normen op het gebied van transparantie en verantwoording, door te wijzen op de gevaren voor de nationale veiligheid, die zouden voortvloeien uit het delen van informatie over de effecten van luchtaanvallen op burgers. Steeds vaker hebben bondgenoten van Nederland laten zien dat het wel degelijk mogelijk is om een andere aanpak te kiezen. In de VS heeft het Ministerie van Defensie onlangs een memorandum uitgegeven waarin het zich verbindt aan beter onderzoek naar beschuldigingen van burgerschade-incidenten, meer transparantie bij de rapportage daarvan en voortdurende inspanningen om van dergelijke incidenten te leren. Om zo de schade voor burgers in toekomstige operaties tot een minimum te beperken. Een alliantie van NGO’s en wetgeving van het Congres waren van cruciaal belang om dergelijke veelbelovende ontwikkelingen tot stand te brengen. Samen met de erkenning binnen het Ministerie van Defensie dat de bescherming van burgers in feite hun bestaansrecht is en daarmee fundamenteel voor missiesucces. Soortgelijke activiteiten worden momenteel in het Verenigd Koninkrijk ondernomen. PAX roept de Nederlandse overheid en het Ministerie van Defensie op om even vastberaden te zijn en soortgelijke activiteiten uit te voeren om haar algehele transparantie en verantwoordingsplicht te vergroten.

Lees een uitgebreidere versie van dit stuk hier

Steun ons vredeswerk en onze activiteiten

Word donateur van vredesorganisatie PAX of steun ons met een eenmalige bijdrage. Iedere gift is hard nodig en waarderen wij enorm. Bedankt!