Mensenrechtenwetgeving voor bedrijven: kiest Nederland voor een koploperspositie?

Beeld: Foto Daniel Maissan

3 december 2020

Wetgeving voor bedrijven om mensenrechtenschendingen te voorkomen én te repareren: lange tijd was het onderwerp taboe, maar daar lijkt nu verandering in te komen. Dinsdag 8 december bespreekt de Tweede Kamer een initiatiefnota met minister Kaag waarin vier oppositiepartijen pleiten voor een ‘wettelijke ondergrens voor maatschappelijk ondernemen’, inclusief overheidstoezicht. Kaag doet er verstandig aan dit initiatief te omarmen, vindt PAX. Nederland kan hiermee aansluiten bij de koplopers op het gebied van wetgeving voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) in plaats van genoegen te nemen met vrijwillige afspraken of internationale ontwikkelingen af te wachten.

Waar blijft Nederland?

In steeds meer landen wordt het regeringen duidelijk dat vrijwillige afspraken over het naleven van mensenrechten geen of onvoldoende effect sorteren. In Europa zijn er bijvoorbeeld in Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk al wetten van kracht. Ook in Duitsland, Finland en Noorwegen wordt er gewerkt aan wetgeving voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO). Ook op Europees niveau en in VN-verband wordt er gewerkt aan internationale wetgeving voor bedrijven om mensenrechten te respecteren en verantwoording af te dwingen. De vraag is: waar blijft Nederland? Helaas heeft minister Kaag tot dusver weinig stappen gezet. In een NRC-interview zei ze op 29 september 2020: “Ik ken eerlijk gezegd alleen maar bedrijven die verantwoordelijk willen zijn, aandacht voor het klimaatakkoord willen en eerlijk loon willen betalen.” Dat terwijl slechts een derde van de Nederlandse bedrijven de OESO-richtlijnen en UN guiding principles, internationale richtlijnen voor de bescherming van mensenrechten, onderschrijft. Het zou goed zijn om een brede maatschappelijke discussie te voeren in Nederland over de verantwoordelijkheid van bedrijven. In Zwitserland is dat volop gaande, mede door een referendum.

Zwitserland: Meerderheid voor bindende nationale wetgeving

In Zwitserland werd  zondag 29 november geschiedenis geschreven doordat een meerderheid van 50.7% van de stemgerechtigde bevolking voor strenge “due diligence” wetgeving voor bedrijven stemde tijdens een uniek referendum. Due diligence, of gepaste zorgvuldigheid, houdt in dat bedrijven zich inspannen om na te gaan of er mensenrechtenschendingen plaatsvinden in hun productieketen, om misstanden te voorkomen en om hun verantwoordelijkheid te nemen als ze toch plaatsvinden. Met het Zwitserse voorstel kunnen bedrijven als Glencore of Nestlé verantwoordelijk gehouden worden voor mensenrechtenschendingen die gelieerd zijn aan hun activiteiten in het buitenland. Zo zou de nieuwe wet betrekking hebben op alle activiteiten van Zwitserse bedrijven, ongeacht het land waar die activiteiten plaatsvonden en of het een dochteronderneming betrof. Bovendien zou de wet ook vastleggen in hoeverre bedrijven en de entiteiten die onder hun controle staan (zoals dochterondernemingen) wettelijk aansprakelijk  zijn voor mensenrechtenschendingen. Dit type wetgeving is een belangrijk middel om op te kunnen treden tegen bedrijven die betrokken zijn bij mensenrechtenschendingen, zoals in het geval van de “bloedkolen” in Colombia waar PAX al jaren op werkt. Een bedrijf als Glencore, dat slechts lippendiensten bewijst aan haar due diligence verplichtingen, zou met zo’n wet gedwongen kunnen worden om openheid van zaken te geven over de negatieve gevolgen van haar mijnbouwoperaties op de mensenrechten van werknemers en boerengemeenschappen. 

Ondanks meerderheid van stemmen toch geen strenge wetgeving in Zwitserland

Het Zwitserse referendum over deze wetgeving voor bedrijven was een initiatief van 130 organisaties uit het maatschappelijk middenveld. In de jarenlange aanloop naar het referendum werd de druk en lobby vanuit het bedrijfsleven om tegen het wetsvoorstel te stemmen opgevoerd. Dat gebeurde bijvoorbeeld door paginagrote nee-advertenties. Naar verluidt was het de duurste campagne rondom een Zwitsers referendum ooit. Zo kon het gebeuren dat het referendum toch niet door de initiatiefnemers werd gewonnen. Omdat het wetsvoorstel niet in een meerderheid van de (23) deelstaten werd goedgekeurd, werd niet de benodigde dubbele meerderheid behaald, en wordt nu een zwakker voorstel van kracht dat zich met name richt op de uitvoering en rapportage van due diligence richtlijnen.

Koploperspositie past een land van ‘vrede en recht’

Minister Kaag heeft tot nu toe geen duidelijke keus gemaakt voor brede due diligence wetgeving voor bedrijven, en lijkt vooral het Europese initiatief af te willen wachten. Dat is een gemiste kans. Tegenstanders van nationale wetgeving beweren wel eens dat een veelheid van nationale wetten internationale initiatieven zou ondermijnen. Dat is echter een drogredenering, zoals ook blijkt uit talloze andere Europese wetten en regels die voortborduren op nationale wetgeving. Gelukkig worden er ook voorzichtig stappen in de juiste richting gezet. In Nederland werd vorig jaar de Zorgplicht Kinderarbeid aangenomen. Een goed begin, maar niet breed genoeg. Daarom lanceerden de ChristenUnie GroenLinks, de PvdA en de SP afgelopen zomer de initiatiefnota waarin zij pleiten voor een “wettelijke ondergrens voor maatschappelijk ondernemen”, inclusief overheidstoezicht. PAX roept minister Kaag op om dit initiatief te omarmen wanneer deze dinsdag besproken wordt met de Tweede Kamer. Zo kan Nederland koploper worden op IMVO-beleid, passend als ‘land van vrede en recht’.

Steun ons vredeswerk en onze activiteiten

Word donateur van vredesorganisatie PAX of steun ons met een eenmalige bijdrage. Iedere gift is hard nodig en waarderen wij enorm. Bedankt!