Op uitnodiging van de burgemeesters die we eind vorig jaar ontmoetten, brengen collega Andriy en ik een bezoek aan enkele gemeenten langs de frontlinie in Donbas, Oost-Oekraïne. Ons uiteindelijke doel hier is de mensen die het meest door het conflict getroffen worden te betrekken bij het nadenken over oplossingen, hun wensen en zorgen onder aandacht van de regering te brengen, en de dialoog tussen mensen aan beide zijden van het front te stimuleren.
Oorlogsgebied: bomen zonder kruin
Burgemeester Anatoliy Fjodorovitsj stuurt ons een auto vanuit Svitlodarsk. Die brengt ons, via pokdalige wegen, over een opgeblazen spoorwegviaduct afgedekt met een wiebelige staalconstructie, langs verlaten loopgraven en mijnenvelden naar een slaperig stadje aan de oever van een stuwmeer. Een reusachtige elektriciteitscentrale domineert de horizon – en blijkbaar ook de verbeelding van lokale kunstenaars, getuige een doek in het lokale museum. Vanaf de heuvel aan de overkant van het meer wordt de stad sporadisch beschoten. In het straatbeeld zijn de sporen daarvan terug te vinden: inslagkraters in het asfalt en afgebroken hoeken van huizen, maar ook, subtieler, bomen zonder kruin, en veel gebouwen met onlangs vernieuwde ramen.
Zowel in de school als in het gemeentehuis hangen grote, kleurige plakkaten met informatie over wat te doen bij beschietingen en hoe verschillende soorten ammunitie te herkennen. Als kind leer je die hier al op het gehoor te onderscheiden.
Overleven…
Herstellen van de schade gaat moeizaam: het gemeentebudget is nagenoeg nul, en vanwege de nabijheid van het front weigert de staat te investeren in infrastructuur. Wat nu als er een bom op je huis valt en je geen geld hebt om de schade te repareren? De directrice van de school kijkt ons met grote vragende ogen aan: kunnen jullie op één of andere manier helpen? De gymzaal lijkt veranderd in een vervallen bouwkeet en het handwerklokaal ligt vol stof, met grote scheuren in het plafond.
… en leven?
Maar er gebeurt hier ook helemaal niets, vertelt Nastya, de oranjeharige kleindochter van de burgemeester, als hij ons even alleen laat. Als je klaar bent met school, kun je of vertrekken om te gaan studeren, of maar meteen aan een gezin en kinderen beginnen – en voor veel van haar leeftijdgenoten stopt de ontwikkeling daar. Mensen ondernemen niet veel. Van activisten uit naburige steden horen we dat de lokale autoriteiten burgerinitiatieven niet bepaald verwelkomen of stimuleren.
Deuken in de democratie
De volgende ochtend vertrekken we vroeg, met als eerste bestemming Toretsk. Een echte mijnwerkersstad, zoals zoveel hier in de omgeving. En ook hier loopt de mijnbouw langzaam op zijn eind; de mijnen werken op halve kracht of zijn al buiten bedrijf. Het gemeentehuis zit in een voormalig kinderdagverblijf: het oorspronkelijke gebouw is tijdens een hetere fase van de strijd aan puin geschoten.
De lokale democratie heeft ook hier direct te lijden onder het conflict. Waar Svitlodarsk al negen jaar dezelfde burgemeester heeft omdat er vanwege de oorlog al die tijd geen lokale verkiezingen zijn gehouden, heeft Toretsk een militair-civiele administratie en tijdelijk helemaal geen gemeenteraad meer.
Hoop op vernieuwing

En toch… drie jaar geleden was ik hier ook, en de verandering is merkbaar. Het geïmproviseerde gemeentehuis is op orde gebracht. Er zijn winkeltjes, cafeetjes en kleine ondernemers bijgekomen. De gemeente neemt strategische gebouwen over van de mijnwerkersbedrijven en knapt ze stap voor stap op, zoals het theater met zijn indrukwekkende grote zaal en overdekte binnentuin met palmen. Het jongerencentrum is, net als in Svitlodarsk, ingericht in strak PAX-oranje, maar jeugdactivisten Andrey en Lena hebben hun eigen knusse ruimte groen geverfd. Ze knappen het stadspark op in goed overleg met de gemeente, zijn wars van hiërarchie en organiseren festivals en discussies ‘om kritischer te leren denken’. En Elena, hoofd van de afdeling sociale en culturele zaken van de gemeente, wil vooral van ons weten hoe ze vertrouwen in haar medewerkers kan tonen en de beschikbare premies kan inzetten om vernieuwende initiatieven te stimuleren.
Frontlinie
Later op de dag rijden we door naar Novhorodske en bezoeken daar de laatste school voor de frontlinie: een eenzaam gebouw op een heuvel met uitzicht op Horlivka, voorstad van Donetsk, aan de andere kant van het front. Daar moet ook het water voor de school vandaan komen, en dat gaat regelmatig mis.
Zalizne, direct aan het front, werd die morgen nog beschoten. OVSE-waarnemers, die sinds 2014 de veiligheidssituatie in de gaten houden, staan te praten met één van de inwoners. Het Oekraïense leger heeft een extra controlepost neergezet. Eenmaal doorgereden treffen we vooral droefenis. De enige mijn van het stadje is buiten werking; de steenberg begroeid, het hoofdgebouw door tijd en bulldozers vermorzeld tot een vlakte vol bakstenen. Burgemeester Vladimir en assistent Alla verwelkomen ons hartelijk in ‘ons schuurtje’, zoals ze het gemeentehuis noemen; de scheuren in de muur worden schijnbaar niet meer gerepareerd. We rijden naar wat ooit het centrum van het stadje was: een plein met de lijken van huizen er omheen, het asfalt opengereten door bominslagen. Op twee steenbergen met mijngruis staan vlaggen die het Oekraïense gezag markeren. Dit is hoe de frontlinie eruit ziet in een mijnbouwgebied. De school is intussen uitgeroepen tot ‘plaats van vrede’ en bereidt zich voor om komende zondag als stemlokaal te fungeren voor de presidentsverkiezingen. Tenzij er iemand roet in het eten gooit.
Lappendeken met handicap
De weg waarover we terugrijden richting Toretsk loopt deels over land dat officieel onderdeel is van het naburige district – dat verder aan de andere kant van het front ligt. Kansen om dit formeel recht te trekken zijn uiterst klein. Ook bij het proces van gemeentelijke herindeling dat Oekraïne op dit moment doormaakt, hebben de gemeenten die direct aan de demarcatielijn grenzen een extra handicap. Het is niet zo makkelijk samengaan met gemeenten die aan de andere kant van een loopgraaf liggen – en het deel van het land dat vol mijnen ligt, is voor geen van beide zijden bruikbaar. Burgemeester Joeri Mikolajevitsj van Toretsk is bang om met de onbruikbare restjes land achter te blijven en had gewenst dat er een proces van dialoog aan de herindeling vooraf was gegaan.
Toekomstbestendig?

Onwillekeurig bekruipt me tijdens het rondrijden de gedachte dat het landschap van de Donbas al heel lang ziek is: decennialang verkracht door beleidsmakers die alleen de industrie zagen en niet de natuur, afgemaakt door een falend afvalverwerkingssysteem en (mijn interpretatie) gebrek aan verantwoordelijkheid onder de bevolking, met overal rondslingerend vuilnis als resultaat. Daarbovenop het ondoordacht sluiten van mijnen met vollopen en verschrikkelijke vervuiling als gevolg. Hoe moet het in een omgeving waar het land zoveel geweld wordt aangedaan met de mensen gaan?
Je zou het de regio zo gunnen dat de regering met een visie op energietransitie kwam, en een bijbehorend plan om de aanwezige technische kennis en infrastructuur te heroriënteren naar nieuwe, duurzame en schone technologieën! Dat is niet helemaal een PAX missie, maar ik kan me zo voorstellen dat het rondom zo’n plan makkelijker praten is dan over ‘harde’ politieke kwesties.
Op microniveau zijn er heus wel mensen die groene vingers hebben, getuige de hoeveelheid goed verzorgde planten in alle kantoren en werkkamers waar we geweest zijn. Maar om de stap naar macroniveau te maken is duidelijk een flinke duw nodig.