In Saraqeb is het na “zwarte dinsdag” doodstil op straat. Drie dagen lang rouwen de bewoners om tien gesneuvelde jonge strijders van het Vrije Syrische Leger. Ze kwamen om bij gevechten op het platteland van Hama. De winkels en markten zijn gesloten. De stilte wordt alleen doorbroken door het geluid van straaljagers en in de verte explosies.
“Goedemorgen Ahmed, lang niet gesproken, hoe is het met je?”
“Alweer slecht. We rouwen hier om de dood van 10 jonge mannen, allemaal uit ons dorp. Je hebt het vast wel ergens gelezen. Brigades van het vrije leger vochten bij Hama tegen soldaten van het regime.”
“We hoorden ervan omdat twee strijders wisten te ontkomen en ons hier het nieuws brachten. De tien mannen komen allemaal van hier, het zijn jongens uit de buurt. Iedereen in Saraqeb kent ze. De lichamen zijn op het slagveld achtergebleven, dus we hebben ze niet kunnen begraven.”
“Toen we het nieuws hoorden wist ik bijna zeker dat we die dag weer gebombardeerd zouden worden, als wraak omdat strijders uit Saraqeb slag hebben geleverd. Dat gebeurde inderdaad, maar gelukkig vielen er geen slachtoffers.”
“Mijn kinderen wonen nu permanent bij mijn broer, buiten Saraqeb, dat is veiliger voor ze. Met mij en mijn vrouw gaat het gelukkig goed. De stress van de oorlog en de angst iedere dag voor bommen, het zet alles hier onder druk. Iedereen gaat gebukt onder de stress en mensen reageren het op elkaar af.”
“Trouwens: die clip waar we het laatst over hadden, die hadden we net dinsdag online gezet. Wil je hem bekijken, dan kunnen we het daar de volgende keer over hebben? Ik ben benieuwd naar wat je ervan vindt.”