6 mei 2019
Voor wie het nieuws weet te vinden lijkt het langzamerhand angstig duidelijk te worden: de verwachte aanval op Idlib is begonnen – ondanks de wapenstilstand sinds september vorig jaar. Al maanden wordt er gebombardeerd, maar in de afgelopen paar dagen zijn er al meer dan 700 aanvallen gemeld, met raketten, clusterbommen, vatenbommen en artillerie. Vooral in de zogenaamde gedemilitariseerde zone. De doelwitten: scholen, woonhuizen en ziekenhuizen. In mijn tijdlijn op Facebook zie ik hiervan dagelijks de afschuwelijke beelden voorbijkomen, maar buiten mijn eigen bubble blijft het vooral oorverdovend stil alsof Idlib niet bestaat. Ik maak me zorgen over Ahmed en bel hem.
“Hoi Ahmed, leef je nog?”
“Natuurlijk leef ik nog. Maak je je zorgen? In Saraqeb is het weer even rustig, maar in het zuiden van Idlib is de hel losgebroken. We zien meer en meer vluchtelingen langskomen. Ze zeggen dat sommige dorpen helemaal verlaten zijn.”
“En het is hier alsof de tijd is stilgezet. Ik ben weer terug in mijn eigen huis, maar het voelt vreemd. Iedereen die nog wat geld heeft bewaart het, want misschien is het nodig om straks te kunnen vluchten. Daarbij voelen we ons verlaten en in de steek gelaten. Ik kan dat gevoel niet voor je beschrijven, het gevoel dat je helemaal alleen staat en dat er geen toekomst is.”
“Ik zal de komende dagen trouwens niet zo goed bereikbaar zijn, want we gaan weer een videoclip opnemen. Dat klinkt misschien raar, maar het geeft afleiding en houvast. Daarbij: de vorige clip over de checkpoints was een groot succes, dus dat smaakt naar meer.”
“We gaan een lied van ‘Abd al-Rabb Idriss uit Jemen bewerken. Ken je hem? Hij is hier heel populair. We gaan het hebben over hoe criminelen en gewapende groepen humanitaire hulp voor zichzelf houden en gebruiken om er beter van te worden, in plaats van ervoor te zorgen dat het terecht komt bij de mensen die het nodig hebben.”
“Als het lied klaar is zal ik het meteen met je delen. En als je het wilt vertalen: graag! We hebben het hem trouwens niet kunnen vragen, maar ik hoop dat ‘Abd al-Rabb het ons niet kwalijk neemt dat we zijn lied gebruiken ;-).”
“Tot gauw.”