Vrijdag 30 augustus 2019
Dorp na dorp in Idlib valt in handen van het Syrische leger. Langzaam, maar gestaag. Het gaat meestal zo: na aanhoudende bombardementen en beschietingen is het moment van overname daar. Daarna op social media de beelden van de overwinnaars: groepsfoto’s en filmpjes van triomferende soldaten en strijders. Tussen de ruïnes paraderen ze door de straten van spooksteden. De bevolking is dan al weg, richting het noorden. Sinds 1 mei zijn er volgens sommige bronnen al meer dan 700.000 mensen gevlucht. Op zoek naar veiligheid, die er niet is in Idlib.
“Hi Ahmed, wat is het nieuws?”
“Het gaat maar door. Ik ben nu alleen thuis. Mijn vrouw en kinderen zijn in het huis van mijn schoonmoeder. Ons huis is te gevaarlijk omdat het dicht bij een ziekenhuis ligt. Ik heb je toch verteld dat ze ziekenhuizen bombarderen?”
“Woensdag was er weer een luchtaanval. Eerst dachten we dat er niemand gedood was, maar de hulpverleners van de Witte Helmen zijn toch gaan zoeken omdat een familie uit een ander dorp iemand zocht. Ze vonden het lijk van de vermiste man. Toen ze verder groeven door het puin troffen ze de bewoners van het huis, nog levend in de kelder. Een klein wonder!”
“Maar heb je gehoord van de demonstraties die er vandaag zijn? Ze zeggen dat er honderdduizenden op weg zijn naar Bab al-Hawa bij de Turkse grens. De demonstranten gaan proberen de grens open te breken om naar Turkije te gaan.”
“Het is niet om er te blijven, maar om te laten zien dat het menens is: als de Turken ons niet te hulp komen, ons komen beschermen tegen de Russen en de Syriërs, dan komen we naar hen toe.”
[geluid op de achtergrond]
“Hoor je dat? Er is een livestream op Facebook: de Turkse soldaten schieten met traangas op de demonstranten. Het is allemaal verschrikkelijk, maar we hebben geen keus. Onze steden en dorpen worden met de grond gelijk gemaakt. We worden opgejaagd en we zitten in het nauw. Niemand beschermt ons. Er is geen uitweg.”